Tijdens het voorbije jaar hebben in België 16.715 werknemers een deeltijdse of volledige loopbaanonderbreking genomen voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezinslid of aanverwante. Dat is het hoogste aantal dat werd opgetekend sinds de regeling dertien jaar geleden werd ingevoerd. Jaarlijks maken 26.500 leerkrachten gebruik van voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking. Dat blijkt uit cijfers van het federaal ministerie van onderwijs. Dat betekent dat 16,5 procent van de leerkrachten beroep doet op één van de zeventien formules die rond de loopbaanonderbreking zijn uitgewerkt.
Loopbaanonderbreking populairder bij Belgische werknemer
Twee jaar geleden namen 14.721 werknemers een loopbaanonderbreking. Dat blijkt uit cijfers van federaal minister van werk Joëlle Milquet. Het voorbije jaar namen 4.434 werknemers een voltijdse loopbaanonderbreking, terwijl 5.418 personen voor een halftijdse loopbaanonderbreking kozen. Daarnaast besloten 5.783 werknemers een één-vijfde loopbaanonderbreking te nemen, terwijl nog eens 1.080 anderen van een driekwart naar een halve loopbaan overstapten. In het Vlaamse Gewest werden 14.013 dossiers geteld, tegenover 2.192 in Wallonië en 510 in Brussel. Tijdens het eerste kwartaal van dit jaar werden 11.047 dossiers opgemerkt.
Eén op zes leerkrachten neemt loopbaanonderbreking
In driekwart van de gevallen gaat het om een deeltijdse onderbreking, waarbij de betrokkenen wel aan de slag blijven. De meest populaire formules zijn de deeltijdse loopbaanonderbreking en verlof voor verminderde prestaties om sociale of familiale redenen, met telkens 4.000 leerkrachten. Op de traditionele voltijdse loopbaanonderbreking werd door 1.500 leerkrachten beroep gedaan. Daarmee staat die formule slechts op de achtste plaats. De cijfers hebben enkel betrekking op personen die rechtstreeks betaald worden door het ministerie van onderwijs. Het personeel van hogescholen en mensen die door scholen zelf betaald worden, is hierin niet begrepen. (MH)
Bron: Expres.be