In een kantoor niet zo heel ver hier vandaan zat Jan Modaal eens om zich heen te kijken. Receptioniste Lindsay had duidelijk een nachtje doorgehaald, lolbroek en collega Charlie had duidelijk een snufje op, om koffiedame Bonnie hing een bekende walm en ook Ron de manager liep rond met een kegel. Ze waren vanochtend al te laat opgedoken en kondigden beurtelings aan naar huis te gaan omdat ze zich “niet zo lekker voelen”…Bijna driekwart van de Nederlandse werknemers vindt dat drugs- of alcoholverslaafde werknemers geen recht hebben op doorbetaling van loon als zij zich ziek melden. Dat blijkt uit onderzoek van juridisch dienstverlener JuroFoon onder 506 respondenten.
Het verzwijgen van een verslaving kan zowel voor de werknemer als de werkgever nare gevolgen hebben. “Als een werknemer tegenover zijn baas zwijgt over zijn verslaving, dan kan het loon van de werknemer stopgezet worden als hij ziek wordt als gevolg van die verslaving. De werknemer neemt dus een groot risico”, aldus Koert Adriaans, directeur van JuroFoon.
Belangrijke rol
U-center, een kliniek die onder meer alcoholverslaafden behandelt, vindt dat de werkgever juist een belangrijke rol speelt om onnodig langdurig verzuim te voorkomen. Volgens hen kan het een werknemer niet worden aangerekend als hij zwijgt over zijn alcoholprobleem.
“Dat iemand niet over zijn verslaving spreekt, is juist onderdeel van het ziektebeeld van alcoholisme. Je vraagt verslaafden iets te doen wat ze niet kunnen: hun verslaving onderkennen”, vindt Ingrid Weijnen, directeur Behandelzaken.
Signaleren
Weijnen pleit voor een andere benadering van alcoholisme op de werkvloer. “Werkgevers moeten beseffen dat zij de problemen zelf moeten signaleren, de verslaafde werknemer zal zich niet vrijwillig melden.”
Volgens Weijnen moeten werkgevers signalen gaan herkennen die kunnen wijzen op alcoholisme. “Bijvoorbeeld een werknemer die zich vaak achter elkaar voor een korte tijd ziek meldt. Gemiddeld heeft een op de tien werknemers een alcoholprobleem. Iedere werkgever heeft er dus in meer of mindere mate mee te maken.”
Bron: NU.nl/Monique van Loon