Pensioenmarkt: Nieuwe toetreders dwingen huidige spelers tot vernieuwing

De Nederlandse pensioenmarkt staat aan de vooravond van een ingrijpende shake-out. In de toekomst maken prijsvechters de dienst uit met eenvoudige en transparante pensioenregelingen die tegen lage kosten zijn te realiseren. 2011 is een beslissend jaar vanwege de onderhandelingen tussen de sociale partners over nieuwe pensioenregelingen die vanaf 2012 van kracht worden. Als dit overleg spaak loopt, treft het kabinet naar verwachting zelfstandig maatregelen om de AOW-leeftijd te verhogen en mogelijk in te grijpen bij verzwakte pensioenfondsen. Ook is niet uitgesloten dat werknemers de rekening van pensioentekorten gepresenteerd krijgen en bestaande aanspraken in het geding komen. Dat voorspelt Atos Consulting in een tussenbalans die zij opmaakt van de scenarioanalyse ‘De Pensioenmarkt in 2020’ die eind 2009 is gepubliceerd.

De Nederlandse pensioenmarkt is – met een vermogen van ongeveer 700 miljard euro – één van de grootste in Europa. Hoewel de meeste pensioenfondsen de economische crisis beter hebben doorstaan dan buitenlandse pensioeninstellingen, is nog altijd sprake van grote onzekerheid. Zo roept het kabinetsbeleid over de inrichting van de pensioenmarkt veel vragen op. In 2010 sloten werkgevers en werknemers in de Stichting van de Arbeid een principeakkoord over een flexibel pensioen en de AOW. Hierin wordt een regeling getroffen voor de oudedagsvoorziening en de pensioenleeftijd door beiden te koppelen aan de levensverwachting. Ook besloten de sociale partners dat vanaf 2012 de pensioencontracten en de bijbehorende wetgeving moeten zijn aangepast om de financiële ontwikkelingen – waaronder dreigende pensioentekorten – op te vangen.

Van alle franjes ontdaan

 “Het is geen taboe meer om te praten over ingrijpende aanpassingen aan het pensioenstelsel. De uitkomst van deze onderhandelingen is allerminst zeker. Zo staat de nominale garantie van de pensioenrechten ter discussie. In het akkoord wordt gesproken over een maximale premie voor werkgevers, wat betekent dat de werknemers de lasten van de pensioentekorten moeten dragen. Dit kan tot gevolg hebben dat toegekende aanspraken voorwaardelijk worden, al dan niet met terugwerkende kracht”, zegt Stephan Linnenbank, Partner van Atos Consulting. “Uit ons onderzoek blijkt dat strategische keuzes van pensioenverzekeraars en -uitvoerders onvermijdelijk zijn. De trends bewegen zich naar marktwerking en toenemende individualisering. Alles wijst erop dat de huidige solidariteit op den duur niet houdbaar is. Dit betekent dat het pensioenstelsel steeds meer op individualisering wordt gebaseerd, waarbij de waardevastheid van pensioenen niet langer vaststaat. Al deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de pensioenmarkt in de komende vijf tot tien jaar ingrijpender verandert dan in de afgelopen veertig jaar.”

De toekomst is aan transparante, eenvoudige pensioenregelingen die tegen lage kosten zijn te administreren. Pensioenverzekeraars kunnen deze producten aanbieden via een Greenfield-model: hierbij wordt een nieuwe organisatie opgezet die niet belast wordt met de kosten en problemen uit het verleden. Linnenbank: “In de pensioenmarkt kan dit model gestalte krijgen door de intrede van nieuwe pensioenverzekeraars die een transparant pensioenproduct gaan aanbieden tegen lage kosten. Deze verzekeraars gaan niet gebukt onder de legacy-kosten van het verleden. Aangezien de kosten van de huidige portefeuilles te hoog zijn, moeten deze worden afgebouwd en gemigreerd naar nieuwe pensioenverzekeraars.” Een alternatief is dat verzekeraars of banken inspelen op de marktontwikkelingen en een Premie Pensioen Instelling (PPI) starten. Dit is de eerste van een aantal fasen waarin de regering de Algemene Pensioeninstelling (API) wil introduceren. De API is een nieuwe pensioenuitvoerder die moet inspelen op kansen die Europese ontwikkelingen bieden. De PPI mag niet zelf garant staan voor beleggingsrendement of de hoogte van uitkeringen. Het risico voor de pensioenuitkering ligt zo bij de werknemer. In de laatste fase doet de Algemene Pensioeninstelling haar intrede. Deze mag wel garanties afgeven.

Ingrijpende shake-out

 “De verwachting in de markt is dat de PPI een groot succes wordt. Dit blijkt uit het aantal op te richten en opgerichte PPI’s. Jaarlijks wordt van tussen de 50.000 en 100.000 deelnemers de pensioenregeling bij een andere verzekeraar ondergebracht. Hiermee ontstaat ruimte voor drie tot vijf nieuwe spelers in de pensioenmarkt. De verwachting is echter dat alleen al in 2011 meer dan 15 partijen bij De Nederlandsche Bank een vergunning voor een PPI zullen aanvragen. In combinatie met de toenemende marktwerking betekent dit dat de nieuwe en bestaande partijen moeten vechten voor hun bestaan. Het resultaat is dat de pensioenmarkt aan de vooravond staat van een grote sanering- en consolidatieslag. Ook ontstaat een ruimere keuzemogelijkheid voor werkgevers, waardoor de concurrentie tussen pensioenfondsen stijgt. De belangrijkste doelstelling van pensioenfondsen is schaalvoordelen en volume te creëren met het oog op betere beleggingsresultaten, kortingen en lagere operationele kosten. Hierdoor zal zich een ingrijpende shake-out voordoen, waarbij veel oude spelers het veld ruimen voor nieuwe partijen.”

Bron: Atos Consulting

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>